Vanaf januari gaat het BTW laagtarief van zes naar negen procent voor een groot aantal diensten en producten. Dit strookt niet bepaald met het Nationaal Preventieakkoord, gelanceerd door staatssecretaris Paul Blokhuis. Eén van de speerpunten uit dit akkoord is het bestrijden van overgewicht. Een verhoging op gezonde levensmiddelen staat hier haaks op.
Sportclubs
Ook sportclubs moeten het ontgelden. Een sportclub zonder winstoogmerk wordt vrijgesteld van BTW. Voor veel van deze clubs geld van oudsher dat de kosten hoger liggen dan de inkomsten. Vrijstelling van BTW zorgt ervoor dat deze sportclubs ook geen BTW meer kunnen terugvragen. Er ontstaat dus een enorm gat wat opgevuld moet worden door een verhoging van de contributie.
Sportscholen hebben een winstoogmerk en berekenen zes procent BTW. Hier vindt dus een verhoging plaats van 3 procent die weer door wordt berekend aan de consument.
Ongezond
Al met al kan er gesteld worden dat deze verhoging ongezond is voor Nederland. Mensen worden niet bepaald aangemoedigd om te gaan sporten of gezonder te gaan eten door deze BTW verhoging.
Veelgestelde vragen
Wat verandert er vanaf januari met betrekking tot de BTW laagtarief?
Het BTW laagtarief gaat van zes naar negen procent voor een groot aantal diensten en producten.
Wat is het Nationaal Preventieakkoord en waarom is het relevant in dit geval?
Het Nationaal Preventieakkoord, gelanceerd door staatssecretaris Paul Blokhuis, heeft als doel het bestrijden van overgewicht en een verhoging op gezonde levensmiddelen staat hier haaks op.
Hoe worden sportclubs beïnvloed door de BTW-verandering?
Een sportclub zonder winstoogmerk wordt vrijgesteld van BTW, waardoor kosten hoger liggen en contributie verhoogd moet worden. Sportscholen met winstoogmerk berekenen nu negen procent BTW.
Waarom wordt gesteld dat de BTW-verhoging ongezond is voor Nederland?
Mensen worden niet gestimuleerd om te gaan sporten of gezonder te eten door deze BTW verhoging.
Welke gevolgen heeft de BTW-verhoging voor consumenten in fitnesscentra?
Sportscholen met winstoogmerk berekenen nu negen procent BTW, wat 3 procent hoger is dan voorheen, en dit wordt doorberekend aan de consument.