In welk Europees land zijn de btw-tarieven het hoogst? 

In de Europese Unie (EU) worden btw-tarieven toegepast op bijna alle goederen en diensten die worden gekocht en verkocht voor gebruik en consumptie binnen de EU. Daarom zijn goederen die voor de export worden verkocht, niet aan btw onderworpen. Ter verduidelijking: btw is een indirecte belasting die door bedrijven namens hun lokale overheid wordt geïnd. Er wordt met name btw geheven op goederen en diensten die mensen kopen voor consumptie. Kortom, je betaalt vrijwel overal en voor alles btw. Dit is bijvoorbeeld ook onderdeel van de prijs gietvloer. Maar, in welk land is zijn de btw-tarieven het hoogst? Is Nederland het antwoord op deze vraag of gaat de prijs naar een ander Europees land?

Hoe zit het met btw-tarieven in Europa?

Landen binnen de Europese Unie kennen een relatief breed scala aan btw-tarieven, variërend van 17% tot 27%. Wetten van de EU bepalen dat landen een standaard btw-tarief van minimaal 15% en een verlaagd tarief van minimaal 5% moeten toepassen.

De laagste btw-tarieven in Europa beginnen in Zwitserland (een niet-EU-land) met een standaardtarief van 7,7%, gevolgd door Luxemburg (17%), Turkije (18%) en ten slotte Duitsland (19%). Aan de andere kant worden de hoogste btw-tarieven gezien in de volgende landen: Zweden, Denemarken en Noorwegen hebben allemaal 25%, terwijl Hongarije het hoogste btw-tarief heeft van 27%.

Alle landen kennen minimaal twee soorten tarieven, een standaard btw-tarief dat op de meeste goederen van toepassing is. Beton cire is hier een voorbeeld van, hiervoor betaal je dus veel btw. Maar daarnaast zijn er mogelijk meerdere verlaagde btw-tarieven afhankelijk van de goederen in kwestie. Verlaagde tarieven zijn bijvoorbeeld meestal van toepassing op voedingsmiddelen (met uitzondering van alcoholische dranken), farmaceutische producten, medische apparatuur, boeken en andere diverse categorieën.

Welke regels heeft de EU voor btw-tarieven?

Hoewel de Europese Unie niet de macht heeft om de btw-tarieven van elk van haar lidstaten vast te stellen, heeft zij wel een aantal basisregels waar EU-landen zich aan moeten houden. Nieuwe regels zijn opgenomen in verschillende EU-richtlijnen, maar de primaire richtlijn (uitgebracht in 2006) stelde het volgende vast:

  • Landen moeten een standaard btw-tarief hebben en maximaal twee verlaagde tarieven.
  • Het standaard btw-tarief van een EU-lidstaat mag niet lager zijn dan 15%.
  • Het verlaagde btw-tarief van een EU-lidstaat mag niet lager zijn dan 5%.

Bovendien staat de EU drie soorten speciale tarieven toe:

  • Superverlaagde tarieven zijn btw-tarieven van minder dan 5% en zijn alleen van toepassing op specifieke goederen in specifieke landen.
  • De term nultarieven verwijst eenvoudigweg naar een btw-tarief van 0%, waarbij consumenten geen btw hoeven te betalen over de aankoop van een bepaald type product.
  • Parkeertarieven, ook wel intermediaire tarieven genoemd, zijn vergelijkbaar met verlaagde tarieven. Bijlage iii van de EU-btw-richtlijn uit 2006 somt de specifieke goederen en diensten op waarop de verlaagde tarieven van toepassing kunnen zijn; sommige EU-landen passen parkeertarieven toe op goederen die niet zijn vermeld in bijlage iii. Hoewel het btw-tarief op deze goederen lager kan zijn dan het standaardtarief, moet het hoger zijn dan 12%.
Geplaatst op |